vrijdag 12 december 2014




Gaar de parelhoen op het bot, zodat het vlees extra smakelijk blijft en  heerlijk mals. We grijpen graag naar diverse filets, maar dat komt niet altijd ten goede aan de smaak en de malsheid. Maak dit gerecht eens klaar en je krijgt een pot vol culinair genot en peuzelplezier. Wie dat wenst, kan de parelhoen ook vervangen door een stevige en smaakvolle braadkip.                                                     



1 parelhoen (minimum, versneden)
800 gram  (kleine) vastkokende aardappelen
3 dikke uien
6 stengels  bleekselderij
4 tenen knoflook
2 takjes rozemarijn
2 blaadjes laurier
2 takjes tijm
35 cl  Noilly Prat (droge vermout)
6 eetlepels bloem
1 klontje boter
een snufje peper
een snufje zout

1. de parelhoen versnijden: Wie niet zo handig is in het versnijden van zo’n smakelijke vogel, vraagt aan de poelier om het beest op het karkas te versnijden in bouten, vleugels (zonder tip) en 3 tot 4 grote stukken borst. Wie zelf aan de slag gaat: snij de vleugeltippen eraf. Die gebruikt Jeroen niet. Maak een insnijding onder de bouten, breek het bot los en snij de bouten los met een vlijmscherp mes. Snij het karkas (ruggengraat) weg. Snij de vleugelstukken af en en snij tenslotte de borstfilets (doorheen het borstbeen) in 3 tot 4 grote stukken.

2. de bereding: Kruid de stukken parelhoen aan beide zijden met wat zout en peper van de molen. Smelt een dikke klont boter in een stoofpot op een matig vuur. Gebruik een stoofpot die niet te groot is in verhouding tot de hoeveelheid gevogelte. Dan verklein je de kans dat het braadvet zal verbranden. Doe de bloem in een schaal en wentel de stukken parelhoen erdoor. Klop er de overtollige bloem af en kleur ze in de bruisende boter. Laat de stukken parelhoen enkele minuten zacht bakken aan elke zijde. Hou de kracht van het vuur in de gaten, zodat de boter niet verbrandt.

3. Spoel je werkplank schoon, na het verwerken van rauw gevogelte. Zo vermijd je kruisbesmetting. Verwarm de oven voor op 160°C. Pel de uien en snij ze eerst middendoor. Snij elke halve ui in drie gelijke stukken.

4. Gooi de ui bij de bradende parelhoen. (Herschik de stukken parelhoen zodat de uien mee kunnen stoven.) Voeg eventueel een beetje extra boter toe. Spoel de selderstengels (zonder donker loof) en snij ze in grove stukken van 3 tot 4 centimeter lang. Doe de selder in de stoofpot, roer en zet het vuur een paar minuten later wat zachter. Wees niet zuinig op de look. Kneus de teentjes, verwijder de pel en gooi ze in de pot. Door het rustig garen zullen ze confijten en niet overheersend smaken.

5. Breek de takjes rozemarijn middendoor en doe het kruid in de pot, samen met de laurierblaadjes en de verse tijm. Laat de stoofschotel nog 5 minuten pruttelen op een zacht vuur. Spoel de vastkokende aardappelen schoon. Kleine aardappelen gaan in z’n geheel in de pot. Dikkere aardappelen kan je middendoor snijden.

6. Voeg de droge vermout (Noilly Prat) toe, samen met een snuif grofzout en wat peper van de molen. Laat de alcohol even wegpruttelen. Plaats het deksel op de pot en laat de stoofpot 30 minuten sudderen in de oven van 160°C.  De saus is zeer aromatisch, en hoeft niet gebonden te worden. Daarom  serveer je dit gerecht met parelhoen het best in diepe borden. Wie de saus nog wil ‘pimpen’ kan het braadvocht zeven, een scheutje room toevoegen en het sausje kort mixen met de staafmixer.


Tagged: ,

0 reacties:

Een reactie posten